John F. (1864) en Horace (1868) Dodge zijn twee onafscheidelijke roodharige broers die de zaak van hun vader (fabrikant van wagenwielen en rijwielen) verlaten om een eigen bedrijf op te zetten. Ze leveren motoronderdelen aan Eli Olds (Oldsmobile) en Henry Ford. De kennis die ze daarbij opdoen vormt de basis om een eigen automobielbedrijf te starten en in 1914 rolt de eerste auto van de lijn. Voor de verkoop hebben de creatieve broers iets nieuws bedacht. Ze zetten als eerste automobielbedrijf in de USA een dealernet op en de eerste (primeur) Dodge Brothers dealer vestigt zich in Nashville (Tennessee). In het eerste productiejaar maken de broers 249 identieke automobielen. Zwarte open tourers met lederen bekleding en houten spaakwielen. Geen opsmuk, geen koper. Dankzij een grote order van het Federale leger (een speciale afdeling die de voorloper vormt van de latere FBI) onder leiding van Generaal John Pershing (aankoop van 150 exemplaren) krijgt het automerk een goede en aansprekende naam. De auto's worden onder meer ingezet voor de jacht op een beruchte Mexicaanse crimineel Pancho Villa. De broers Dodge gebruiken de reclameslogan 'We have got cars to run', waarmee zij aangeven dat de auto is voorzien van alle benodigde rijvaardigheidsgemakken, maar niet van onnodige en kostenverhogende sierattributen. Een originele Dodge Brothers Open Tourer uit 1916 presenteert Jeroen Helms op de komende Nationale Oldtimerdag.